Woensdag is het D-day voor het lot van een vierde mobiele telecomspeler. De federale regering wil dan beslissen spectrum te ‘reserveren’ voor een nieuwe mobiele operator. Die kan dan tegen gunstvoorwaarden - 93 miljoen euro - onze markt betreden, terwijl de bestaande operatoren Proximus, Telenet en Orange een veelvoud moeten betalen in een onderlinge bieding.

De bestaande operatoren, die geen gunstvoorwaarden kregen toen zij hun netwerk uitbouwden, protesteren luidkeels en beloven juridische acties. Volgens hen komt zo’n reservering neer op oneerlijke concurrentie. Europa is duidelijk over inmenging waarbij de overheid preferentiële voorwaarden toekent. Dat kan enkel in uitzonderlijke omstandigheden als de vrije markt niet naar behoren functioneert. Ook de nieuwe telecomwet is duidelijk. Er moet eerst ‘een consistente en objectieve mededingingstoets’ gebeuren vooraleer over te gaan tot reservering.

En daar knelt het schoentje. Ik wilde van minister van Telecom Petra De Sutter (Groen) weten waar en wanneer zo’n mededingingstoets werd afgenomen. Ik ken er geen. Integendeel, de regulator BIPT stelde in april ondubbelzinnig: ‘De Belgische mobiele markt wordt niet gekenmerkt door grote concurrentieproblemen die een tussenkomst ex ante vereisen of gemakkelijk mogelijk maken.’ Tot dezelfde conclusie kwam de Belgische Mededingingsautoriteit onlangs bij haar beslissing over de overname van Mobile Vikings door Proximus.

Vast internet

Volgens Test Aankoop behoren onze telecomprijzen bij de duurste van Europa. Maar volgens het BIPT is dat vooral zo op de markt van het ‘vaste’ internet, gezien het duopolie dat daar speelt. Op de mobiele markt kennen we drie operatoren en een tiental virtuele providers, waardoor de prijzen meer worden gedrukt. Andere elementen die meespelen in de prijszetting zijn de grootte van de markt, de taksen op pylonen, de loonkosten, de strengere stralingsnorm (waardoor meer antennes nodig zijn) en extra regelgeving in België.

Een veel interessanter ijkpunt is de Eurostat-barometer die de uitgaven voor telecom berekent in functie van het inkomen. Daar scoren we met een zesde plaats niet slecht. Een Belgisch gezin geeft gemiddeld 2,1 procent van zijn inkomen uit aan telecommunicatie. In 20 andere lidstaten is dat meer. Bovendien is de kwaliteit van ons netwerk zeer hoog, in tegenstelling tot in onze buurlanden.

Zakelijke markt

Wallonië stelt voor de reservering te beperken tot een nieuwe speler op de zakelijke markt. Daar valt iets voor te zeggen, omdat één operator 60 procent van die markt in handen heeft. Dat zou de toets van de mededinging wel doorstaan en logisch zijn, omdat 5G in de eerste plaats een B2B-oplossing is die onze bedrijven naar een hoger niveau moet tillen.

Volgens het studiebureau Axon ‘kunnen’ de mobiele prijzen in ons land met 13 procent dalen bij de intrede van een nieuwe speler, gemiddeld dus met 2,5 tot 3 euro per maand. Begrijp me niet verkeerd: ik heb geen enkel probleem met een vierde of zelfs een vijfde mobiele operator. Alleen moeten we het spel eerlijk spelen. Welk signaal geeft onze overheid als ze à la Poetin tussenkomt in de vrije marktwerking? Als ze op eigen houtje, zonder aantoonbaar marktfalen, beslist taksen die ze aan een sector oplegt kwijt te schelden aan een nieuwe speler? Juridische stappen van de operatoren of een rechtbank die de spectrumveiling van tafel veegt, zijn niet ondenkbaar. Dat zou een ramp betekenen voor ons land en voor onze welvaart. We lopen nu al fors achter met de uitrol van 5G.

De Sutter antwoordde op mijn vragen in de Kamer op 27 oktober dat volgens haar elke juridische twijfel is weggenomen en dat er bij de spectrumreservering door de federale regering geen rechtsonzekerheid meer bestaat. Daar ben ik hoegenaamd niet van overtuigd. Als dit in haar gezicht ontploft, kan ze niet zeggen dat ze niet gewaarschuwd was.