Wij vroegen om o.a. de premier, het hoofd van de staatsveiligheid, en van het Cyber Emergency Response Team (CERT) te horen.

Michael Freilich: "Op 17 maart heb ik de premier over de Microsoft Exchange hack (die dus ook bij Binnenlandse Zaken zat) een parlementaire vraag gesteld. Die is echter nooit beantwoord geweest “door tijdsgebrek” en dat betreur ik. Over dergelijke belangrijke zaken het parlement niet informeren, zeker als er vragen zijn gesteld door Kamerleden, getuigt van weinig respect voor het parlement.”

Cyberstrategie

Volgens de N-VA is de nieuwe strategie tegen cyberaanvallen van de federale regering gedoemd om te falen omdat er geen afdoende eenheid van commando is.

Michael Freilich: “Er is te veel versnippering, we moeten gaan naar één toegewijde vakminister voor cyberaanvallen. Nu dreigt men veel dubbel werk te verrichten en zitten er delen van cyberveiligheid verspreid over 7 verschillende kabinetten. Dit kan beter. Ook is de premier, met zijn drukke agenda, volgens ons niet de meest geschikte persoon om zoiets te combineren.”

Wel is Freilich tevreden met het voorstel van de regering om statelijke actoren achter cyberaanvallen te vernoemen. “Ik heb hierover in februari een resolutie neergelegd in het parlement en ben blij dat de regering die heeft overgenomen. Onder het principe van ‘naming and shaming’ met daarbijhorende straffen kunnen we landen met een offensieve cyberstrategie ook sancties opleggen, en dat is nodig of men zal ons blijven aanvallen.”

Onderwerpen