Voor Kamerlid Michael Freilich is dinsdag gebleken hoe kwetsbaar de Belgische IT-infrastructuur is voor cyberaanvallen. “De premier -die expliciet verantwoordelijk voor cyber is- was echter nergens te bekennen. Onaanvaardbaar.”

Cyber versnipperd over teveel ministers

De aanval legt de afhankelijkheid van onze economie en onze samenleving van een goed functionerend netwerk bloot. Het is dan ook van het grootste belang dat dat netwerk goed wordt beschermd en dat er eenheid van commando is. En daar knelt het schoentje, meent Freilich. “De bevoegdheid cyber zit veel te versnipperd in dit land. Een stuk zit bij de federale politie en dus Binnenlandse Zaken, een ander bij Defensie en Staatsveiligheid. Daarnaast is er de bevoegdheid Digitalisering onder staatssecretaris Michel en Belnet onder staatssecretaris Dermine. Tot slot heb je het Centrum voor Cybersecurity dat onder de premier valt en dat alles moet coördineren.”

Cyberveiligheid toewijzen aan één minister

Kamerlid Freilich die versnippering onwerkbaar. “De gebeurtenissen van gisteren hebben aangetoond dat dit land leiderschap nodig heeft, ook op het gebied van cyber. We moeten deze bevoegdheid centraliseren en toewijzen aan één minister die daar voltijds mee bezig kan zijn. Voor een premier is dat onhaalbaar.”

Geen vuiltje aan de lucht, zei De Croo

Bij de aanval van dinsdag was de premier overigens nergens te bespeuren. “Eerder dit jaar ondervroeg ik de premier in de commissie Binnenlandse Zaken over de bevoegdheid cyber. Hij stelde toen iedereen gerust en antwoordde dat er geen vuiltje aan de lucht was. Die woorden klinken vandaag erg wrang, te meer omdat de premier tijdens de grootste aanval ooit op Belgische websites, afwezig was in de communicatie. Net dan zou je verwachten dat de verantwoordelijke binnen de regering de nodige duiding geeft en de bevolking gerust stelt. Conclusie: een herschikking en centralisering van onze cyberbeveiliging op politiek niveau zijn dringend nodig.”