De wantoestanden in de pakjessector moeten dringend aangepakt worden. Daarom pleiten Kamerleden Michael Freilich en Björn Anseeuw al een tijdje voor het hoofdelijk aansprakelijk stellen van die bedrijven voor de arbeidsomstandigheden van de onderaannemers. “Op dit moment beschikken deze postbedrijven niet over de juridische tools om de arbeidsomstandigheden van hun koeriers te kunnen controleren. Met dit systeem maken we dat mogelijk en stellen we hen eveneens verantwoordelijk voor wanpraktijken.”

Niet opnieuw het wiel uitvinden

De regeling moet zorgen dat bedrijven een attest kunnen aanvragen bij hun onderaannemers om de RSZ-toestanden te controleren. Ze kunnen daarmee ook een naamlijst ontvangen van het ingezette personeel én clausules toevoegen in contracten met hun onderaannemers in verband met de loon- en arbeidsvoorwaarden van de koeriers. Een gelijkaardig, succesvol systeem bestaat al in andere sectoren, zoals de bouw-, voedings- en bewakingssector. “We moeten het wiel dus niet opnieuw uitvinden”, aldus Michael Freilich.

Geen gelijk speelveld

Waarom dit beter is dan een aanpassing van de Postwet, zoals minister De Sutter beoogt? “Met ons voorstel kan je niet alleen sneller ingrijpen maar het is ook niet in strijd met het vrij ondernemerschap en de Europese wetgeving rond vrije concurrentie. Minister De Sutter beweert altijd volmondig dat de nieuwe Postwet gericht is op het creëren van een gelijk speelveld, maar vergeet daarbij te vermelden dat bpost zelf een bevoorrechte marktpositie heeft”, legt Freilich uit.

“Voor het probleem van social dumping bestaan er dus betere oplossingen dan de nieuwe Postwet. Die wantoestanden vragen om een snelle en correcte ingreep. Voer die hoofdelijke aansprakelijkheid zo snel mogelijk in en maak eindelijk het verschil”, besluit Freilich.